Openbloei-actie: Leer Beter Schilderen heeft een nieuw jasje! Tijdelijk 25% korting op alle cursussen!
Delen
Na de eerste opzet, de schaduwpartijen en de lichtste partijen, waarover ik in mijn vorige Inspiratiemails heb verteld, zij we nu aangekomen bij de middentonen. De middentonen zijn de partijen die tussen de lichtste en de donkerste partijen in zitten.
Meng nu de kleur voor de middenpartijen. Dit is eigenlijk hetzelfde mengsel als voor de lichtste, alleen in een andere verhouding, namelijk meer oxide rood. Als je de menging goed denkt te hebben gemaakt, zet hiervan dan een beetje op een plek in het portret naast een van de lichte partijen. Kijk dan of de verhouding tussen die lichtste en de middenpartij goed is. Pas indien nodig de middenpartij aan door hem óf wat donkerder (meer oxide rood) óf lichter (meer wit) bij te mengen. Zet vervolgens overal de middenpartijen erin waar je deze ziet. Je mag ze direct tegen de lichtste partijen aan zetten, maar ietsje ruimte ertussen mag her en der ook. Daar waar de middenpartijen duidelijk wat donkerder zijn, meng je nog wat extra oxide rood door je menging, zodat de verf wat donkerder van toon wordt. Dat zet je op je portret. Probeer niet alles helemaal vol te schilderen, maar sommige plekken, daar waar je onderschildering de juiste middentoon heeft, open te laten. Dichtschilderen kan altijd nog. Loop zo alle middenpartijen losjes door.
Artistiek advies & Intrigerende inspiratie
Heel vaak wordt er in eerste instantie niet zo heel veel aandacht gegeven aan de ondergrond van het portret. Eigenlijk vind ik dat best wel gek.
Onlangs heb ik er een hele verdiepingsvideo in de Vervolgmodule Plus aan gewijd: het opzetten van een ondergrond. Ik heb het verschil laten zien tussen het opzetten van je portret op een leeg, wit doek en het opzetten op een doek met een getinte ondergrond, in een middentoon.
Ik liet het laatst nog aan een nieuwe klant zien, die op bezoek. Ze schilderde zelf en tja, dan wordt toch een beetje mijn “docenten-kant” wakker gemaakt. Ook al kwam ze gewoon voor het laten portretteren van haar kleindochter, ik kon het toch niet laten om haar iets te leren.
Dat kwam eigenlijk vooral doordat ze wat werk liet zien dat ze zelf had gemaakt. Heel aardig geschilderde portretten. Ik zag direct wat ik eraan miste en toen ze een portret liet zien waar ze nog mee bezig was, werd mijn vermoeden direct bevestigd. “Ik moet de achtergrond nog doen”, zei ze. Het hele portret stond er eigenlijk al op, alleen de achtergrond was nog maagdelijk wit.
“Maar hoe wil je dat dan nu nog een beetje lekker voor elkaar krijgen?”, was mijn vraag. Ze wilde er “omheen schilderen”, zei ze.
Ik weet dat dat een haast onbegonnen klus is. Zeker als je het een beetje los en lekker wilt houden. Het wordt dan gewoon toch altijd een beetje “uitgeknipt” en “in elkaar gekuntseld”.
Dus ik raadde haar aan om in het vervolg gewoon te beginnen met de ondergrond. In een (lichte) middentoon. Om te beginnen omdat je dan al lekker wat hebt. En ten tweede omdat je dan ook beter kunt beoordelen of je de tonen in je portret goed erop zet. Alles wat lichter is dan die middentoon moet lichter worden en alles wat donkerder is dan die middentoon moet donkerder worden.
Eigenlijk zo simpel als wat.
“Maar hoe maak ik die ondergrond dan? In welke kleur bijvoorbeeld?”. Nou, ook dat is best heel simpel. Laat je gewoon leiden door het portret dat je gaat schilderen. Misschien een kleur die je terug ziet komen in de kleding. Of in een schaduw. Bedenk dan daarbij wel dat een felle kleur heel aanwezig is en naar je toekomt. Ik vind het zelf beter om een wat meer gematigde kleur te gebruiken, bv een grijzig, groenig, blauwig. Oker-achtig kan ook, of violet.
Laat je voor wat betreft de penseelvoering leiden door je onderwerp. Een heel dynamisch persoon zal je wellicht wat meer “schwung” meegeven dan een heel rustig type.
Waarschijnlijk heb ik het er al eens eerder over gehad. Het is iets dat aan de ene kant heel simpel is, maar aan de andere kant toch heel vaak heel anders wordt gedaan.
Ik heb het hier over een beperkt kleurenpalet.
Zelf ben ik een groot voorstander van een beperkt kleurenpalet. Als je weet dat je in principe gewoon alle kleuren kunt mengen met rood, geel en blauw, waarom zou je dan al die andere kleuren kopen?
Omdat het ene rood het andere niet is en het ene blauw ook echt anders is dan het andere, mag je van mij wel een beetje smokkelen. Daarom heb ik een koel rood en een warm rood, een koel geel en een warm geel en een ultramarijn en een turquois op mijn palet.
Daarbij, omdat dat voor portretten zulke fijne kleuren zijn, een okergeel en een oxide rood.
Last but not least heb je daar uiteraard ook nog een lekker grote tube wit bij nodig. Behalve bij aquarel, want daar is wit het wit van je papier.
Anders Zorn
Wie met een nog veel meer beperkt kleurenpalet schilderde, was Anders Zorn, een Zweedse portretschilder die leefde van 1860 tot 1920.
Zijn palet is bekend onder de naam “Het Zorn palet” en bestaat slechts uit de volgende kleuren:
Cadmiumrood
Okergeel
Ivoorzwart
Titaanwit.
Zorn was in staat om met dit beperkte kleurenpalet de meest prachtige kleuren te mengen en portretten te schilderen.
Ivoorzwart is blauwachtig zwart. Gemengd met veel wit wordt dit een zacht blauw. Als je dat blauw plaatst naast een oranje kleur (gemengd door rood, oker en wit), wordt de blauwe kleur voor het oog versterkt. Dit verschijnsel noem je het simultaancontrast. Als je dit weer mengt met gele oker, dan krijg je een soort groen.
Misschien is het wel eens een leuke uitdaging voor jou om dit Zorn palet ook eens te proberen? Tenslotte geldt vaak: in de beperking toont zich de meester!
Google hem maar eens om zijn werk te bekijken!
Vorig week heb ik, op verzoek van de cursisten van de Plus-module, een Verdiepingsvideo gemaakt over het schilderen van monden.
Vooraf is het goed om even te letten op de juiste uitdrukking van de mond. Een breeduit lachende mond vind ik zelf vaak minder geschikt voor een portret. Als je je voorstelt dat iemand voor je poseert, kun je je voorstellen dat die persoon ook niet de hele tijd met een smile van oor tot oor naar je aan het kijken is. Ook een mond met gespannen samengeknepen lippen vind ik minder mooi voor een portret. Een mooie, ontspannen mond, met eventueel de lippen ietsje van elkaar, vind ik het mooist voor een portret.
Net als bij de rest van je portret, dus bij het gezicht, het haar, neus, ogen , kleding etc. gaat het ook bij het schilderen van een mond om het schilderen van de juiste tonen, vormen en kleuren. Niks meer en niks minder.
Daarnaast vind ik het bij een mond enorm belangrijk om je te realiseren dat een mond eigenlijk altijd beweegt. Het is geen statisch gebeuren. Dat betekent dat er ook beweging in geschilderd moet worden.
Dé manier om dit te doen, is door de contouren, daar waar je ze niet scherp ziet, ook zeker niet scherp te schilderen. Je mag gerust je kwast er af en toe eens doorheen halen!
Als je daarna bij het detailleren tóch vindt dat er iets netter gemaakt moet worden, kun je dat altijd nog doen. Maar ik ga altijd uit van een heel losse, beweeglijke basis.
Let bij het schilderen van tanden op dat je ze niet te wit maakt. Die neiging hebben veel mensen. Vaak liggen ze wat in de schaduw, waardoor ze aardig wat toon kunnen gebruiken.
Schilder tanden ook niet allemaal keurig 1 voor 1. Ook hier geldt weer: ga uit van die losse basis, in de juiste toon en kleur en ga dan heel ietsje detailleren. Hierbij is met name de vorm van de tanden belangrijk. Die is voor veel mensen weer anders. Dus geef hier iets van aan.
En last but not least: ga vooral niet te ver door met detailleren en netjes maken. Houd het los, luchtig en beweeglijk!
Vorig week heb ik, op verzoek van de cursisten van de Plus-module, een Verdiepingsvideo gemaakt over het schilderen van handen.
Eigenlijk kun je wel stellen dat handen een portret op zich zijn. Kijk maar eens om je heen naar de verschillende soorten handen. De een heeft heel stoere werkhanden, met stevige “vlezige” vingers. De ander heeft heel zachte, gevoelige handen. Weer een ander knokige handen of rimpelige of slanke of elegante of…. en ga zo maar door.
Ook de manier waarop iemand zijn of haar handen beweegt, of neerlegt of laat hangen kan heel specifiek zijn. Let er maar eens op, zo bijzonder en zo ontzettend leuk om te ontdekken!
Dat betekent natuurlijk ook dat je niet zomaar wat kunt doen, als je besluit om een portret te schilderen waarop ook de handen worden afgebeeld. Je moet die handen dan, net zoals het gezicht, echt bestuderen. Bekijken wat een specifieke houding is voor de te portretteren persoon en goed kijken naar de kenmerken van die handen.
Als je dan gaat schilderen, ga ik, na de eerste schets, altijd uit van vier basistonen. Ik begin altijd met een basistoon en -kleur over de hele handen aan te brengen. Dit doe ik al heel vroeg in het schilderproces, gewoon als ik nog met het gezicht bezig ben. Dan heb je alvast maar wat. Vervolgens kijk ik goed waar de allerdonkerste tonen zitten. Die breng ik dan aan. Daarna volgen de donkere tonen, de allerlichtste tonen en de middentonen.
Zodra de tonen min of meer op de goede plek zitten, werk ik de partijen enigszins in elkaar. Ik doe dit op een luchtige wijze waardoor er wat beweging wordt gesuggereerd.
Vervolgens ga ik verder met detailleren. Ik ga de vormen van de vingers, waar dat nodig is, verbeteren. Ook is dit het moment dat ik de nagels waar nodig iets verder uitwerk.
Tussendoor ga ik nog eens kijken of ik alle tonen er helemaal goed in heb zitten. Daar waar dat nodig is corrigeer ik dat.
Ook de koele en de warme kleuren worden aangebracht. Daar waar ik duidelijk koele kleuren zie, zet ik die erin. Hetzelfde geldt voor de warme kleuren. Soms kunnen stukjes bijna rood-oranje van kleur zijn. Heel mooi in combinatie met bijvoorbeeld koele lila of blauwe of groene kleuren.
Als ik hierna een geheel heb waarbij ik de handen goed heb getypeerd, alle tonen er op de juiste plek inzitten en er gebruik is gemaakt van koele en warme kleuren is het tijd om te stoppen. Ik vind het mooi om handen niet al te erg uit te werken, ze wat luchtig en beweeglijk te houden.
Naast allerlei tips op het gebied van het schilderen zelf, kan het ook fijn zijn om wat praktische tips te krijgen over bijvoorbeeld het onderhoud van je materialen. In deze Inspiratiemail ga ik je iets vertellen over het gebruik en onderhoud van een palet, terpentine en penselen.
Als palet gebruik ik sinds enige tijd een glazen plaat. Het grote voordeel hiervan is dat je het heel gemakkelijk schoon kunt maken.
Eigenlijk is het gewoon een plaat van gehard glas met wat afgeronde zijkanten. Die heb ik bij de glashandel op maat laten maken, in dezelfde afmeting als de trolley waarop hij moet komen te liggen. Die trolley (op wieltjes dus) is op zo’n hoogte dat als ik sta te schilderen, ik niet hoef te bukken als ik bij mijn palet wil.
Onder de glazen plaat heb ik een grijs papier gelegd in een middentoon. Dit zorgt ervoor dat ik gemakkelijker de juiste toon kan vinden bij het mengen van mijn verf.
De olieverf knijp ik vervolgens in redelijk grote hoopjes uit op de randen van mijn palet. Ik doe dit altijd in een vaste volgorde. Ik begin met de gelen, dan de roden, dan de oker, dan de oxide rood en bruin, vervolgens de blauwen. Een grote hoop wit komt op een aparte plek op mijn palet.
De vaste volgorde is belangrijk, omdat je dan altijd zonder kijken weet waar je de kleur kunt vinden. Je hoeft nooit te zoeken.
Het midden is het stuk waar ik de kleuren meng.
Als ik klaar ben met schilderen, maak ik het middenstuk van het glazen palet schoon. De hoopjes verf op de randen blijven gewoon liggen. Voor dit schoonmaken gebruik ik een zogenaamde “glasschraper”. Je veegt hiermee moeiteloos de verf van je palet af. Ik veeg dit dan af aan een doek. Daarna nog even met een doek over het midden voor de allerlaatste restjes en je palet is weer klaar voor de volgende schildersessie. Super gemakkelijk!
De terpentine die ik gebruikt heb (ik gebruik altijd geurloze terpentine – van de Action) laat ik staan. Na een paar dagen is de verf in de terpentine naar beneden gezakt. Je kunt dan heel gemakkelijk de schone terpentine die daarboven zit afgieten in een andere pot. Zo begin je weer met lekker schone terpentine. Het zaksel onderuit de oude pot maak ik weer een beetje los met een klein scheutje terpentine en giet ik over in een andere, bewaarpot. Datzelfde proces herhaal ik na elke schilderbeurt. Zodra de bewaarpot vol is, giet ik de schone terpentine van de bovenkant weer af en deze kan ik weer gebruiken. Het zaksel blijft achter. Zodra de pot vol is met zaksel kan hij afgevoerd worden.
De penselen die ik heb gebruikt, spoel ik na het schilderen uit in de terpentine. Even droog maken met een doekje en vervolgens met een beetje Dreft uitspoelen onder de kraan. Daarna zet ik ze met de goede kant naar boven in een augurkenpot te drogen. Op deze manier blijven je penselen prachtig en gaan ze dus heel lang mee.
Bovenstaande werkwijze bevalt mij al jaren bijzonder goed. Geen overbodige verspilling van materiaal en je spullen blijven in goede conditie!
Sinds november 2018 is het vervolg op de Basismodule Portretschilderen online: de Vervolgmodule. Er zijn twee varianten: de “gewone” Vervolgmodule en de Vervolgmodule Plus. Het verschil zit ‘m in de bijbehorende besloten Facebookgroep. In de Facebookgroep Plus wordt namelijk als extraatje elke twee weken een extra Verdiepingsvideo geplaatst, met aansluitend een live Facebook Vragenuurtje. Het eerste halfuur van het Vragenuurtje kunnen vragen gesteld worden over de Verdiepingsvideo. Het tweede halfuur kunnen vragen gesteld worden over elk onderwerp dat je maar wilt.
Het onderwerp van de Verdiepingsvideo komt van de cursisten zelf. Ze kunnen onderwerpen aandragen waar ze zelf tegenaan lopen en waar ze meer uitleg over willen. Superwaardevol natuurlijk, want echt “op maat”.
Er zijn inmiddels een aantal Verdiepingsvideo’s en live Vragenuurtjes geweest. Ontzettend leuk.
Een van de onderwerpen die aan bod kwamen , is het schilderen van ogen. Op de een of andere manier is dit vaak toch nog lastig voor mensen. Soms is een portret echt heel goed geschilderd, maar kunnen de ogen een enorme dissonant zijn. Men heeft heel snel de neiging om de ogen veel te groot te maken, de vorm van de iris niet correct te schilderen, de ogen helemaal donker en strak te omranden en de wimpers er heel onnatuurlijk in te schilderen. Ook de vorm van de ogen (en wenkbrauwen, want die horen er ook bij) wijkt vaak enorm af van de ware vormen.
In de Verdiepingsvideo liet ik precies zien, aan de hand van een schilderdemonstratie, hoe je het schilderen van een oog aan kunt pakken.
Een heel handige manier om te controleren of het allemaal goed gaat, is door goed te kijken naar de juiste vorm van de lijnen. Daarmee bedoel ik: zijn het “holle” of “bolle” of “rechte” lijnen. Als je goed kijkt naar de vorm van een oog, dan kun je zien dat de vormen uit deze drie vormen bestaan. Op het ene stukje kan een lijn hol zijn, een stukje verder weer bol, etc. Of recht natuurlijk. Daarbij kun je kijken hoe recht of schuin de lijn loopt.
Verder is het belangrijk om te kijken waar het hoogste of laagste punt van de diverse vormen zit. Iets dat heel vaak verkeerd gaat. En dan onderling afmeten hoe dit ten opzichte van elkaar ligt. Dus bv: wat is het hoogste punt van de wenkbrauw? Van de bovenkant van het oog? Van de iris? Op welke hoogte ten opzichte van de rest zit de binnenooghoek en de buitenooghoek. Ontzettend handig om dit goed in de gaten te houden.
Ook kun je de zogenaamde “negatieve” vormen in de gaten houden. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het “wit” van het oog. Wat voor vorm heeft dit? Controleer of die vorm overeenkomt met je voorbeeld. Dus: net zo breed, net zo hoog, zelfde vorm (holle en/of bolle vormen).
Maar ook bijvoorbeeld de vorm die ontstaat tussen de bovenkant van het oog en de wenkbrauw. Hoe breed is die? Hoe hoog? Wat is precies de vorm?
Als je bovenstaande punten consequent in de gaten houdt en telkens tijdens het schilderen controleert, kan het eigenlijk bijna niet mis gaan met de juiste vorm van oog en wenkbrauw. Zeker niet als je steeds de positie van de diverse lijnen en vormen tegen elkaar afmeet.
Bekijk op bovenstaande manier maar eens door jou geschilderde ogen. Ik ben benieuwd of je daar nu anders naar kijkt dan hiervoor!
Over Esther
Kleur je droom in
Leer Beter Schilderen biedt handvatten voor handen die scheppen, schilders die ontwikkelen en kunstenaars met kunde; van beginner tot gevorderde. Ontdek de kunst van het portretschilderen op het tempo dat jou past, binnen een module die jou past.
Modules
2025 Leer Beter Schilderen