Algemeen

Om gewoon lekker te kunnen schilderen, heb je een aantal goede basismaterialen nodig. In de video laat ik je precies zien met welke verf ik zelf werk en vertel ik je welke materialen jij aan zou kunnen schaffen. Een opsomming van alle materialen vind je hieronder. Deze materialen pas ik ook toe in de cursus.

Natuurlijk ben je vrij om aan te schaffen wat je wilt, in de merken die jij wilt. Ik geef alleen aan waar ik zelf mee werk en waar ik goede ervaringen mee heb.

Daarnaast kun je natuurlijk zoveel kopen als je zelf wilt. Noodzakelijk is dat wat mij betreft echter niet.

LET OP: WERKEN MET ACRYLVERF OF AQUARELVERF:

De genoemde materialen zijn gebaseerd op het schilderen met olieverf. Als je met acrylverf werkt, zal de samenstelling iets anders zijn. Je gebruikt dan waarschijnlijk een ander soort palet, het medium vervalt of is anders en de terpentine wordt vervangen door water. Verder blijft alles min of meer gelijk. De genoemde kleuren verf zullen over het algemeen ook in acryl-vorm verkrijgbaar zijn. Daar waar de werkwijze afwijkt van de werkwijze met olieverf, wordt dit in de les aangegeven.

Als je met aquarelverf werkt, zijn de materialen en ook de werkwijze anders. Daarvoor heb ik in de onderstaande download, aanwijzingen gezet.

Palet

Ik gebruik een zelfgemaakt glazen palet. Gewoon een plaat van gehard glas, te koop en op maat te laten maken bij de glashandel. De maat die ik gebruik is 46×57 cm. Wat je ook zou kunnen doen, is een glazen snijplank kopen bij Blokker oid.

Het grote voordeel van een glazen palet is dat je het heel gemakkelijk schoon kunt maken met een glasschraper. In de video laat ik je zien hoe je dat doet.

Als jij liever met een houten palet werkt, dan is dat natuurlijk ook prima; heb ik ook jaren gedaan.

Wat ik zelf helemaal niks vind, is een afscheurpalet. Ik vind het onhandig en ook veel te klein. Een palet moet wel een beetje een aardig formaat hebben, anders wordt het veel te veel een gepriegel.

Verf

Voor mij staat de kwaliteit van de verf voorop. Met goedkope verf denk je voordelig uit te zijn, maar niets is minder waar. In goedkopere verf zit veel minder pigment dan in duurdere verf, waardoor het in het gebruik veel minder voordelig is dan je zou denken. Bovendien is het heerlijk als de kleuren echt mooi en vol zijn, dit werkt zoveel prettiger dan van die “slappe” kleuren!

Omdat ik altijd werk met een zeer beperkt aantal kleuren, valt de aanschaf aan de andere kant gelukkig ook wel weer mee.

Olieverf:

  • Titaanwit-R
  • (Ceruleumblauw-R)
  • Ultramarijnblauw-R
  • (Phtaloblauw-R)
  • Viridian-R
  • Transparant oxide bruin-R
  • Transparant oxide rood-R
  • Gele oker-W
  • Alizarine / karmijn rood-S
  • Quinacridonerose rood-R
  • Cadmium rood donker-R
  • Cadmium geel donker-W
  • Cadmium geel licht-W
  • (Cadmium geel citroen-R).

Acrylverf:

  • Transparant oxide rood-R
  • Viridian-R

De kleuren tussen haakjes hoef je niet direct aan te schaffen, dat kan je eventueel ook later doen bij bv de Vervolgmodule. Ik heb ze zelf wel altijd op mijn palet.

De merken die ik gebruik staan achter de kleur vermeld: R=Talens Rembrandt, W=Winsor & Newton Artist, S=Scheveningen.

Als je met watervermengbare olieverf of met acrylverf werkt, dan vind je HIER een overzicht van de vervangende kleuren. In de besloten Facebookgroep van Leerbeterschilderen wordt ook regelmatig iets gepost over vervangende kleuren.

Penselen, paletmes

Dit is, naast de verf, nou typisch zoiets waarvan ik vind dat je er niet op moet bezuinigen. Niets zo vervelend als een penseel dat veel te slap is, geen goede punt heeft of steeds haren verliest! Dus: doe jezelf een plezier en schaf een basisset penselen aan van goede kwaliteit. Je doet er jaren mee! De penselen waar ik mee werk zijn:

  • Brede varkensharen kwast/spalter. Ongeveer 4 cm breed. Ik heb er een met een lange steel, maar kort kan ook. Die van mij is van Da Vinci, serie 7055, maar je hebt ze van allerlei merken.
  • Kattentongen van zachter haar in een aantal maten. Ik werk met het merk Rosemary & Co, serie 91 en 278. Diverse maten van wat groter tot redelijk klein (bv SER 278 nr. 10 en kleiner en SER 91 nr. 10 en kleiner).
  • Platte penselen van zachter haar. Die van Rosemary & Co, Long Flat serie 279 zijn geweldig! Ik heb ze van heel breed tot heel smal, maar bv alleen nr. 10, 8 en 4 zou prima zijn.
  • Dun puntig smal penseeltje van bv pure red sable. Zorg dat je hier altijd een paar van op voorraad hebt. Ik gebruik ze van – ook weer – Rosemary, maar ook van bv Rembrandt, serie 110, in nr. 4 en 2. Deze penseeltjes hebben een korte steel en dat vind ik ook prettig voor dit werk.
  • Varkensharen kattentong. Vrij smal, het liefst heb ik ze met wat langer haar. Lange steel. Om de eerste schets en delen van de onderschildering erop te zetten. Neem er een van goede kwaliteit, anders staan de haren in no-time alle kanten op en kun je er niet meer precies mee werken.

Verder heb ik ook een paletmes. Dit gebruik ik niet voor het schilderen, maar zo nu en dan om mijn verf te mengen op mijn palet.

Medium

Met schildermedium kun je je verf verdunnen. Het schildersmedium dat ik gebruik is van Talens. Je hebt het in een sneldrogende en in een normale variant. Je snapt: als je haast hebt, neem je de sneldrogende. Maar eigenlijk is het beter om het zo te plannen dat je de normale variant kunt gebruiken:).

Terpentine

Ik gebruik zelf de geur-arme terpentine in een literfles, van de Action.

Schilderdoeken

Om te oefenen zijn de op karton gelijmde canvasdoeken best aardig. Ze hebben wat structuur en ze nemen lekker weinig ruimte in (plat), dus je kunt fijn oefenen, zonder dat je hele kamer of atelier vol staat met doeken. Koop ze nooit te klein! Voor een portret (kop/borststuk) zou ik minimaal een maat van 30×40 cm adviseren.

Zelf gebruik ik voor mijn olieverfportretten altijd opgespannen (Belgisch) linnen doeken in een fijne tot middelfijne structuur. Ik laat ze op maat maken, zodat ik altijd precies de maat heb die ik mooi vind passen bij de compositie. Voor de olieverfschetsen koop ik goede kwaliteit opgespannen linnen doeken in standaardmaten (30×40 cm of 40×50 cm voor een kop/borststuk).

Werkruimte

Of je nu een speciale ruimte hebt waar je kunt schilderen, een echt atelier of dat je in de huiskamer schildert, wat het belangrijkst is, is dat je goed licht hebt. Natuurlijk is een raam op het noorden het fijnst, maar dat hoeft echt niet per se. Mijn atelier heeft ramen op het westen, en dat werkt ook prima. Het enige nadeel is dat later in de middag de zon erin komt, en dat je dan eigenlijk niet echt fijn meer kunt werken. Maar, zoals met zoveel dingen, dat is dus gewoon een kwestie van goed plannen (=vóór die tijd schilderen).

Verder is, vooral als je met olieverf werkt, ventilatie ook erg belangrijk. De terpentinedampen zijn namelijk niet erg gezond! Dus een raam dat open kan, of mechanische afzuiging is wel aan te raden.

Ook ben ik van mening dat je het jezelf zo gemakkelijk mogelijk moet maken. Als je telkens als je hebt geschilderd alles weer helemaal op moet ruimen en daarna alles weer voor de dag moet halen, motiveert dat natuurlijk niet om regelmatig te schilderen. Het is veel fijner als je je spullen kunt laten liggen. Een klein kamertje, een zolder of een verwarmd schuurtje is dus echt veel prettiger dan dat je je spullen op de keukentafel uit moet stallen. Deze ruimte moet ook weer niet al te klein zijn; het is wel belangrijk dat je een beetje afstand kunt nemen van je werk. Ik loop tijdens het schilderen steeds achteruit om mijn werk van een afstandje te kunnen bekijken. Van enige afstand heb je overzicht en vallen fouten veel meer op.

Ezel

Het maakt eigenlijk niet heel veel uit wat voor soort ezel je hebt. Als hij maar een beetje stabiel staat en in hoogte verstelbaar is. Een tafelezel vind ik zelf veel minder geschikt. Niet alleen omdat deze vaak heel klein zijn en dus ook alleen geschikt zijn voor kleine doeken, maar vooral omdat een tafelezel gewoonlijk niet gebruikt wordt om bij te staan. Als je erbij zit, kun je dus ook niet gemakkelijk steeds achteruit lopen om je werk van een afstandje te bekijken. Dat leidt vaak tot “gepriegel”, met je neus bovenop je werk. Niet echt bevorderlijk voor een lekker los resultaat. Dus: een staande ezel is wel een aanrader!

Poetsdoeken

Onontbeerlijk bij het schilderen vind ik poetsdoeken. Je kunt een papieren (keuken)rol gebruiken, maar veel fijner vind ik in stukken geknipt textiel. Bv oude t-shirts, in stukken geknipte oude dekbedovertrekken of hoeslakens. Katoen absorbeert lekker. Let wel een beetje op dat het geen vervelende pluizen afgeeft. Zelf heb ik een doos kant-en-klare poetsdoeken gekocht. Lekker gemakkelijk en zo grijp ik nooit mis.

iPad

Vroeger gebruikte ik altijd op groot formaat geprinte foto’s als referentie voor mijn schilderwerk. Tegenwoordig gebruik ik daar de iPad voor. Dat werkt geweldig. Niet alleen zijn de kleuren zoals je ze wilt hebben, je kunt ook delen inzoomen, zodat je de details goed kunt zien. Dat scheelt een hoop cartidges en fotopapier!

Kleding

Trek gewoon wat gemakkelijks aan, iets wat ook echt vies mag worden. Ik loop eerlijk gezegd altijd in oude kleren met een schort erover, zodat ik nooit voorzichtig hoef te zijn. Hoe vervelend is het als je tijdens het schilderen steeds op moet passen dat er geen verf op je kleren komt?

Onderhoud

Mijn penselen spoel ik eerst altijd uit met terpentine. Daarna was ik ze uit met zeep (ik gebruik gewoon Dreft) en warm water. Vervolgens droog ik ze met een doek en laat ik ze met de haren naar boven in een pot verder drogen. Deze methode vind ik prima werken.

Het palet schraap ik eerst schoon met een glasschraper. Daarna met een doekje met een beetje terpentine eroverheen en het palet is weer klaar voor gebruik.

De terpentine die ik heb gebruikt, “recycle” ik. Dit werkt als volgt: de gebruikte terpentine giet ik over in een hoge pot. Deze sluit ik af met een deksel en laat ik een aantal dagen rustig staan. In de tussentijd gebruik ik nieuwe terpentine. Als deze vies is, giet ik ze over in een andere pot en kan ik de bovenlaag van de eerder overgegoten terpentine voorzichtig, zodat het bezinksel in de pot blijft, overgieten in mijn pot. Zo wissel ik dat steeds af. Op deze manier kun je heel lang met de terpentine doen.

Boeken

Tot op de dag van vandaag haal ik zoveel inspiratie uit kunstboeken. Met name boeken van portretschilders uit het verleden, maar soms ook van hedendaagse portretschilders. Hoe pakten zij dingen aan? Wat deden zij met achtergronden? Met ogen, neuzen, monden, haren? Composities? Huidskleuren? Noem maar op. Daar kun je zoveel van leren!

In de loop der jaren heb ik een aantal bijzonder mooie en inspirerende boeken verzameld. In DEZE LIJST zie je een aantal van de meest fijne boeken staan, die ik zelf ook heb. Stuk voor stuk kan ik zeggen dat je hier enorm veel plezier van zult hebben!

Opdracht

In deze opdracht ga je de materialen die je hebt (aangeschaft) eens even rustig uitproberen. Het is belangrijk dat je de kleuren op je palet gemakkelijk weet te vinden en dat je ongeveer weet wat de mengingen van de diverse kleuren zijn. Dit gaat je helpen om straks trefzeker de juiste kleur en toon te mengen en meer gevoel te krijgen bij de juiste consistentie van de verf.

  1. Breng kleine hoopjes verf aan op de buitenranden van je palet, in een volgorde die voor jou logisch is. Rangschik de verf altijd in deze vaste volgorde; na enige tijd weet je de kleuren dan blindelings te vinden. De volgorde die ik zelf gebruik, is (met de klok mee): wit, menging violetblauw, ceruleum, ultramarijn, phtaloblauw, viridian, oxide bruin, oxide rood, gele oker, karmijnrood, quinicridonerose rood, cadmium rood middel, cadmium rood licht, cadmium geel middel, cadmium geel citroen.
  2. Ga nu mengingen van 1 kleur met wit maken. Meng de kleuren eerst op je palet en breng hiervan vervolgens een klein vlakje aan op je canvas:
    • Meng wat van de ultramarijn met een heel klein beetje wit. Breng hiervan een klein kleurvlakje aan op het canvas. Meng door dit mengsel iets meer wit (en breng het vlakje aan direct onder het vorige kleurvlakje). Meng daardoor weer wat meer wit etc., totdat je een heel licht blauw hebt. Experimenteer eens door het toevoegen van wat medium aan je mengingen. Je verf wordt hier wat vloeibaarder door. Kijk hoeveel je toe kunt voegen zonder dat de verf naar beneden uit gaat lopen op je doek.
    • Spoel je penseel uit in terpentine, maak hem droog met je poetsdoekje en herhaal bovenstaande stappen voor de andere kleuren op je palet.
    • Ga nu mengingen maken van twee kleuren en wit. Begin weer met ultramarijn. Meng wat ultramarijn met wat quinacridonerose. Kijk wat het doet als je de verhoudingen verandert tussen de beide kleuren. Meng vervolgens een klein beetje wit door de menging. Daarna nog wat meer wit en zo verder, zodat je een heel lichte kleur hebt.
    • Spoel je penseel weer uit in de terpentine, maak droog met je poetsdoekje en meng wat ultramarijn met wat cadmium rood donker. Kijk wat het doet als je de verhoudingen verandert tussen de beide kleuren. Meng vervolgens een klein beetje wit door de menging. Daarna nog wat meer wit en zo verder, zodat je een heel lichte kleur hebt.
    • Herhaal bovenstaande stap voor de volgende kleurcombinaties:
      • Ultramarijn met cadmium geel donker
      • Ultramarijn met cadmium geel licht.
  3. Ga zelf experimenteren met het mengen van andere combinaties. Beperk je hierbij tot telkens twee kleuren en het toevoegen van wit.

Zie je wat een verschil het maakt of je bv ultramarijn mengt met een “koele” rood (bv quinacridonerose) of een “warme” rood (cadmium rood donker)? Ze lijken niet eens op elkaar! Of ultramarijn met cadmiumgeel of met gele oker. Soms heb je een heldere kleur nodig, soms juist een wat meer gedempte. Wees je bewust van de verschillen!

Inspiratie

Daniel Gerhartz

Bovenstaand is een portret van Daniel Gerhartz. Ik ben helemaal weg van zijn kleurgebruik!

Kijk eens goed naar dit portret, kijk eens hoe mooi hij de warme huidskleuren afwisselt met de koele. Kijk ook eens hoeveel kleur hij gebruikt in zijn portret. Hoeveel verschillende kleuren blauw zie je, groen, geel, rood etc? Zie je het rood dat hij door de huidskleur heeft gemengd bij de wangen, de neus, de oren etc.? Wat zal dit voor rood zijn, cadmiumrood (warm) of karmijnrood (koel)?

Kijk ook naar de donkere partijen: zie je hoe donker die zijn? Uit welke kleuren denk jij dat deze donkere partijen zijn opgebouwd? Zie je dat ze warm van kleur zijn? Dus geen koud zwart of iets dergelijks, maar echt gemengd met warme kleuren (oxide rood of bruin en ultramarijn bijvoorbeeld).

Zie je hoe sprankelend een portret wordt door zoveel kleuren te gebruiken? Natuurlijk zitten de kleuren die erin zitten niet op willekeurige plekken, maar alleen daar waar hij ze ook echt zag.

En let als laatste eens op de contrasten die erin zitten. Wat is het allerlichtste plekje en wat is het allerdonkerste plekje in het schilderij?Je kunt dit goed zien door door je oogharen te kijken. De details vervagen hierdoor en je kunt dan vooral licht en donker goed zien. Door de dynamiek van licht en donker gaat een portret ook sprankelen!

Lijkt het jou ook niet heerlijk om straks echt kleur in je portret te gaan verwerken?