Stel je voor: Je bent portretschilder. Je hebt het echt druk gehad de afgelopen maanden. Zeg maar gerust: het afgelopen jaar. Met druk bedoel ik niet drukdruk, maar heel erg drukdruk.

Druk met dagelijkse werkzaamheden voor de online schildercursus die je hebt, zoals mails beantwoorden, bestellingen afhandelen, inlogvragen oplossen, marketingcampagnes bedenken, advertenties maken, video’s opnemen, Facebookberichten bekijken.

Maar ook werk met betrekking tot de portretopdrachten, zoals portretaanvragen beantwoorden, offertes maken, klanten bellen, klanten bezoeken, klanten ontvangen, doeken bestellen en natuurlijk het schilderen van de portretten zelf.

Daarbij heb je ook nog privé-dingen die aandacht en energie vragen.

Simpel. Je bent aan vakantie toe.

Heerlijk, lekker een weekje naar Italië. Zo schreef ik in mijn vorige blog en dat was ook precies zoals het was.

Bestemming was Peschiera, aan het Gardameer. De heenreis verliep zonder een meter file, de Gotthardtunnel was een eitje. Het weer was super en op het terrasje pal aan het meer van Lugano net voor de tussenstop in Porlezza smaakte de wijn als nooit tevoren. Een mooiere start was niet denkbaar.

Ook in Peschiera scheen de zon en bleef dat de hele week doen. De prachtige plaatsen aan het Gardameer die we bezochten kregen door de warme herfstzon nog meer glans. Sirmione, Riva, San Felice del Benaco, Limone, Lazise en Desenzano. Een ander pareltje was Borghetto, aan de rivier Mincio. De cappuccini, croissantjes, Aperol Spritzen, biertjes, wijnen en borrelhapjes smaakten zoals ze nergens anders smaken. De simpele pasta’s waren goddelijk.

Nee, ik had geen schilderspullen mee. Je hebt een week en je bent vrij. Nou ja, op het live Facebookuurtje na dan. Vanuit een plaatselijk restaurant en onder het genot van een glas Bardolino, kun je dat ook nauwelijks werken noemen.

Eén avond hadden we regen en zaten we binnen. In onze stacaravan. Ja echt. We waagden een poging tot lezen in een van de boeken die we hadden meegenomen. Ondertussen stond de tv op een Italiaanse zender. Al snel kwam de vraag die ik al veel eerder had verwacht. Ik antwoordde: “Nee, ik heb geen tekenspullen mee, dus dat lukt niet”. “Maar kun je het niet met een pen dan?”, hij was duidelijk niet overtuigd. Toen na mijn gesputter de opmerking kwam: “Dan geloof ik niet dat je het kunt”, was het natuurlijk raak. Ik zat tóch te tekenen. Met een pen die het slecht deed op de eerste bladzijde van “Hollywood”, een boek van Leon de Winter. Het leek niet, ik durfde het nauwelijks te laten zien. Hij was tevreden en vond het echt goed.

De een-na-laatste avond sloten we af in een plaatselijk café. De grappa die ik nog nooit had gedronken, moest geproefd worden. Het was er rumoerig en gezellig. Na het tweede glaasje toch ook nog maar een derde. Bij het afrekenen raakte hij in gesprek met een grote man met een baard. Het bleek een vriend van de eigenaar van het café te zijn. Een Italiaan, maar leek meer op een Griek. Hij trakteerde ons op nóg een drankje en nodigde ons daarna uit om mee te komen naar zijn hotel, iets verderop. Hij wilde ons iets laten zien. Of de oorzaak drank was laat ik in het midden, maar precies begrijpen wat de bedoeling was deden we niet. Na enige aarzeling, won onze nieuwsgierigheid het.

Zo kwam het dat wij midden in de nacht, enigszins aangeschoten, aan de bar in de verlaten lobby van een onbekend hotel stonden, met een onbekende man, die onduidelijke bedoelingen had.

Hij maakte een nieuwe fles grappa open en wij begrepen dat dit de allerbeste en puurste grappa van Italië moest zijn. In de met ijs gevulde glazen werd de drank steeds gul bijgeschonken. De sfeer was lollig, maar ook een beetje vreemd en spannend.

De combinatie van grappa met espresso moesten wij vooral ook proeven. Bedoeling hierbij is dat in een leeggedronken kopje espresso het achtergebleven restje koffie gemixt wordt met een beetje grappa. Stuntelig probeerde hij in zijn eigen hotel de espressomachine te bedienen. Wij keken elkaar aan met een mix van lacherigheid en vertwijfeling.

Af en toe verdween de man steeds voor korte duur naar een aparte ruimte achter de bar. De reden daarvan was voor ons volstrekt onduidelijk. Na de derde keer kwam hij terug met een groot stuk salami. Hij sneed er dunne plakjes af en bood ons die aan. Toegegeven: De combinatie van de grappa met de salami was heerlijk.

In de lobby hing een groot, wat stijfjes geschilderd portret aan de muur. Het was een portret van een mooie vrouw. Op mijn vraag wie de afgebeelde dame was, antwoordde hij dat het zijn moeder was, die op 37-jarige leeftijd was overleden. Ik zei dat ik het mooi vond.

Natuurlijk werd verteld dat ik portretschilder ben. En zo kwam het dat ik voor de tweede keer in deze vakantie aan het schetsen raakte. Inmiddels nauwelijks nog in staat om mijn eigen naam te schrijven, stond ik daar, in de lobby aan de bar van een onbekend hotel, mijn best te doen om een portret van een vreemde “Italiaanse Griek”, met onduidelijke doch integere bedoelingen, op het papier te krijgen.

De rest van het verhaal zal ik jullie besparen. Uiteindelijk zijn we toch weer veilig in onze stacaravan beland. Met het restje van de fles grappa en de salami. En een beetje een kater. Dat wel.